Vries, Sjoerd de

Sjoerd de Vries (1941-2020)

Sjoerd de Vries (1941-2020) - Madzy - 1997
Sjoerd de Vries (1941-2020) – Madzy – 1997

Madzy – 1997

gesigneerd en gedateerd 97 rechtsonder
gemengde techniek in gelaagd karton
44 x 30 cm

Herkomst:

Collectie Foppe Huismans (1946), AFI collectie, no. 75

Naast het landschap, is het vooral de portretkunst waarin de Friese kunstenaar Sjoerd de Vries excelleert. Zijn aanpak is onorthodox: hij kerft de voorstelling in gelaagd karton, dat hij bewerkt met verf, olie, beenderlijm, chemicaliën en een verwarmde strijkbout. In hun optimale soberheid en stugge schoonheid brengen zijn reliëfs – aldus de kunstcritica Betty van Garrel – ‘een drama in kaart zonder uiterlijk vertoon’.

In de tentoonstellingscatalogus van de expositie van Sjoerd de Vries uit 1983, wijdt Peter Karstkarel uit over de eigenzinnige techniek van Sjoerd de Vries:

‘De heel eigen materialen en ongewone techniek kenmerken de werken – want schilderijen zijn het eigenlijk niet. Hij gebruikt dik, gelaagd en gelijmd karton om een voorstelling in te graven en te ploegen. Hij plamuurt en schuurt de oppervlakken, verwarmt en brandt de huiden, waar hij met messen de contouren en details van de voorstelling in snijdt. Intussen laat hij oliën en pigmenten in de huid dringen. Het fraaie en tegelijkertijd stugge materiaal wordt tot een laag reliëf verwerkt. Hij moet zich door deze keuze in de vorm beperken tot een vereenvoudigd, essentieel lijnenspel, waarin hij de voorstelling – een portretkop, een kanaal met dijklichaam, een weide met hek, een sloot met rietkragen – samenvat, maar het materiaal en de techniek biedt hem daarbij ook de mogelijkheid om de oppervlakte tot een doorleefde huid te verrijken. De bewerkte, verweerde huid roept een suggestie van ouderdom op en het strenge en terughoudende, maar levendige werk heeft recalcitrante trekjes die geheel van onze tijd zijn. Het is van een meedogenloos realisme, maar de wonden zijn gezalfd en geolied, de huiden zijn geblanket, waardoor de spanning tussen realisme en idealisme, tussen het nerveuze, soms pijnlijke leven en de evenwichtige rust van de kunst te proeven is. De soberheid lijkt organisch gegroeid en toch is er hard gewerkt aan de rijke materiële uitdrukking. Elk werk is rijk aan sporen, sporen van erosie, waar Sjoerd de Vries zichzelf aan blootstelt. Elk landschap, elk portret is een beeld van Sjoerd de Vries: zeker maar aangetast, bescheiden, maar stellig. Geblankette tragiek’.

Voor Sjoerd de Vries is de uiterlijke gelijkenis minder belangrijk dan de innerlijke afstemming, de psychologie van een portret, de – in zijn eigen woorden – ‘onderhuidse trilling’. Het betreft niet alleen de psychologie van de geportretteerde, maar zeker ook dat van de maker zelf. ‘Elk ding dat ik tot nog toe heb gemaakt heeft strikt met mijn persoonlijke leven te maken; het zijn vertalingen van mijn emoties in het leven’, verklaarde hij eens. Rudy Hodel schreef in 2003: ‘Alle portretten van Sjoerd de Vries zijn intense landschappen van de ziel, waarin tederheid en agressie en innig verbond hebben gesloten’ (catalogus Sjoerd de Vries, Haags Gemeentemuseum 2003, p. 11)

Van zijn dochter Madzy, geboren in 1970, maakte Sjoerd de Vries verschillende portretten, waarvan dit zonder twijfel één van de allerbeste is.