Sadée, Philip (1837-1904) – Stoomtrein op spoorviaduct, St. Nicolaaskerk op de achtergrond, Amsterdam – 1890
Sadée, Philip (1837-1904)
Stoomtrein op spoorviaduct, St. Nicolaaskerk op de achtergrond, Amsterdam – 1890
gesigneerd linksonder en gedateerd ‘Amsterdam Sept 90’ rechtsonder
olieverf op doek op paneel
35 x 51,5 cm
Herkomst:
Privé collectie van Philip Sadée (tot 1904)
Den Haag, Pulchri Studio, veiling Atelier Philip Sadée, 4 maart 1905, lot 18
Particuliere collectie
Literatuur:
H.G. Tersteeg, Atelier Philip Sadée: catalogus van schilderijen en studies, prenten en prentwerken, schildersbenoodigdheden enz, alles nagelaten door Ph.L.J.F. Sadée, Den Haag (Pulchri Studio), 4 maart 1905, lot 18
Johan Gram, ‘Philip Lodewijk Jacob Frederik Sadée’, Elsevier’s Geïllustreerd Magazijn 1893 (deel 1, januari-juni), pp. 1-17, afgebeeld op p. 15
Johan Gram, ‘Philip Lodewijk Jacob Frederik Sadée’, in: Max Rooses (red.), Het Schildersboek. Nederlandsche schilders der negentiende eeuw in monographieën door tijdgenooten, Antwerpen 1898-1900, 4 dln., pp. 101-117, afgebeeld op p. 115
Dr. Jos de Gruyter, De Haagse School, Rotterdam 1968, p. 86
Tiny de Liefde-Van Brakel, Zonder vlijt geen zegen. Philip Sadée, schilder uit de Haagse School 1837-1904, Zwolle 1989
H. Janssen, W. van Sinderen, J. Kapelle, De Haagse School, Zwolle 1997, p. 89
In de negentiende eeuw was Philip Sadée een van de grote vertegenwoordigers van het vissersgenre binnen de Haagse School. In tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, was hij hierin niet wars van sociaal engagement. Sadée’s voorstellingen van vissers en visvrouwen op het Scheveningse strand blinken uit door de precieze penseelvoering en evenwichtige composities. De faam die hij hiermee verwierf sterkte zich uit tot ver buiten onze landsgrenzen.
Naast de genre-achtige visserstaferelen schilderde Sadée ook andere onderwerpen, die niet direct voor de kunstmarkt bedoeld waren. Hij veroorloofde zich hierin meer vrijheden, waardoor ze met meer durf geschilderd zijn. Deze vlottere, meer impressionistische werken, veelal ter plekke (en plein-air) geschilderd, munten uit door hun levendigheid, directheid en losse penseelvoering. Ze worden tegenwoordig veel hoger gewaardeerd dan de minutieus uitgewerkte atelierschilderijen.
Kenmerkende voorbeelden van deze meer uitdagende werken zijn de stadsgezichten waarin hij de moderne industriële tijd vastlegt. Met veel flair en in brede penseelstreken legt Sadée de aankomende stoomtreinen op het Centraal Station vast of een passerende stoomtrein op een spoorbrug. Met deze onderwerpen neemt hij een unieke plaats in binnen de Haagse School, waarin traditionele, rurale onderwerpen doorgaans de toon zetten.
Een fraai voorbeeld hiervan is dit schilderij, waarop we een stoomtrein zien op de spoorbrug vanaf het Centraal Station, met op de achtergrond de St. Nicolaaskerk. Sadée verbleef in september-oktober 1890 in Amsterdam, waar hij enkele stadsgezichten schilderde, onder meer ook van de aankomst van een stoomboot op het IJ.
Philip Sadée hield deze vrije impressies, indertijd aangeduid als ‘schets’, vooral voor zichzelf. Het toenmalige publiek was er niet klaar voor en waardeerde zijn ragfijne strandgezichten met vissersvolk hoger. Vandaar dat dit gezicht op Amsterdam altijd in bezit bleef van de kunstenaar zelf. Vervolgens werd het in 1905, een jaar na zijn overlijden, verkocht op de veiling van zijn atelier bij Pulchri Studio in Den Haag. Jos de Gruijter prees dit schilderij, ‘met de beweeglijkheid van verkeer te lande en te water’, in zijn standaardwerk over de Haagse School (1968). Hij kende het werk toen alleen van een afbeelding. Ook de kunstcriticus Albert Plasschaert, gevreesd om zijn scherpe pen, constateerde in zijn boek Hollandsche Schilderkunst (1923) dat Sadée op z’n best was in dergelijke schetsen.
Afgebeeld op dit schilderij is het spoorviaduct bij de Oostertoegang van het Centraal Station. In 1875-1877 werd dit viaduct gebouwd door de architect Adolf Leonard van Gendt (1835-1901) in oud-Hollandse stijl, versierd met balustraden, bordessen en vleugelgebouwen.