Bronner, Jan (1881-1972), Moeder en dochter – 1950/1960
Jan Bronner (1881-1972)
Moeder en dochter – 1950/1960
gesigneerd en genummerd ‘3’ aan onderzijde
brons
39,5 x 22,5 cm
Oplage in ieder geval 3 exemplaren
Literatuur:T. Neelissen, J. de Bruyn Kops (samenstelling), Een beeld van Bronner 1881-1971, Frans Halsmuseum 1972, z.p., afgebeeld
T. Noyons-Maas, T. Nelissen, Een beeld van Bronner 1881-1972, Utrecht 1988, p. 44, afgebeeld
H.M. Jacobs – Verloren van Themaat, Bronner. De stempel van een beeldhouwer en leermeester, scriptie Universiteit Leiden, 1995, p. 15
Expositie:Haarlem, De Hallen, Een beeld van Bronner 1881-1971, 25 december 1971 – 6 februari 1972
Utrecht, Atelier Biltstraat 156, Beelden van Bronner, 13 maart – 2 mei 1988
Jan Bronner werd als zoon van een huisschilder geboren in het Noordhollandse Zijpe. Hij groeide op in Haarlem en volgde aldaar een opleiding aan de School voor Kunstambachten. In 1903 richtte hij samen met onder meer Henri Boot en Walter van Diedenhoven de Haarlemse Kunstkring op. In de jaren 1907-1912 studeerde hij aan de Amsterdamse Rijksacademie. Tijdens een bezoek aan Parijs ontmoette hij Rodin, die hij zeer bewonderde.
Tot de belangrijkste werken van Bronner behoort ongetwijfeld het Hildebrand monument in de Haarlemmerhout. Bronner won de ontwerpwedstrijd in 1914, maar de beelden werden pas in 1947 voltooid en het geheel in 1962 onthuld. Na allerlei strubbelingen met de gemeente Haarlem kreeg het uiteindelijk de plaats die Bronner voor ogen had.
In 1914 werd Bronner benoemd tot hoogleraar aan de Rijksakademie. Tot 1947 leidde hij hier een groot aantal Nederlandse beeldhouwers op, waaronder Gerrit van der Veen, Wessel Couzijn, Mari Andriessen, Charlotte van Pallandt en Piet Esser.
Bronner wordt beschouwd als de grondlegger van de Groep van de figuratieve abstractie, ook wel De Groep genoemd. Hij oefende een grote invloed uit op de volgende generatie beeldhouwers.
In de collectie van de Rijksacademie in Amsterdam bevindt zich een ander exemplaar van dit beeld, dat in 1962 rechtstreeks van de kunstenaar werd aangekocht door het Rijk (inv.nr. X265).