Egmond, Jaap (1913-1997), ‘Seriële Structuur IH 5’ – 1976
Egmond, Jaap (1913-1997), ‘Seriële Structuur IH 5’ – 1976
Jaap Egmond (1913-1997)
‘Seriële Structuur IH 5’ – 1976
gesigneerd, getiteld ‘IH 5’ en gedateerd ‘A’veen mei ’76’ verso
beschilderd reliëf, papier maché op karton
40 x 40 x 5 cm
Herkomst:
Christie’s Amsterdam, 1 juni 2011, lot 135
Particuliere collectie
Geboren in 1913 in New York, als zoon van een kapitein op de grote vaart, verhuist het gezin Egmond vanwege de dreiging van de Eerste Wereldoorlog naar Amsterdam. Jaap bleek over een groot tekentalent te beschikken en volgde van 1932 tot 1936 een opleiding voor tekenleraren. Zijn tweede passie was muziek. Egmond was een begenadigd pianist en studeerde in 1931-1932 piano aan het Conservatorium in Amsterdam
Na de Tweede Wereldoorlog gaat hij werken als tekenleraar, eerst aan het Vossiusgymnasium en enkele jaren later aan de Kweekschool voor onderwijzers, later de Bouwman academie. In die zelfde tijd, kort na de oorlog, raakt hij in de ban van het modernisme. Hij ontdekt De Stijl, het Nieuwe Bouwen van Le Corbusier en de kunst van de Cobragroep. Dit heeft een duidelijke invloed op zijn docentschap. Samen met zijn collega Klaas de Poel verzorgt hij een invloedrijke reeks uitgaven voor het tekenonderwijs.
In diezelfde tijd, de jaren 60, manifesteert zich de NUL-groep, met een kunst waarin de seriële herhaling van gelijkvormige elementen, met uitsluiting van gevoelsexpressie, voorop stond. Egmond heeft hier zeker kennis van genomen, maar ontwikkelde zich als zelfstandig kunstenaar – we schrijven dan eind jaren 60 – in een andere richting dan Schoonhoven, met wie hij vaak wordt vergeleken. Terwijl Schoonhoven vooral intuïtief te werk gaat, gaat Egmond in zijn ordeningsprincipes uit van precies berekende modellen en mathematische formules. Hij voelde hij zich eerder een constructivist dan een NUL-kunstenaar.
Talloze schetsen, met door pijlen aangegeven hellingshoeken, gaan vooraf aan de uiteindelijk uit te voeren reliëfs. Door minder of meer gelijkvormige elementen zorgvuldig te rangschikken ontstaat, afhankelijk van de lichtval, een ritme van de kantelende vlakken. Aanvankelijk komt hij zo tot de uitvoering van z’n bekende reliëfs in papier-maché, later ook in metaal. Op een gegeven moment doorbreekt hij de monochromie en maakt hij, naast zijn reliëfs, ook kleurige schilderijen in olieverf.
De kunstcriticus Maarten Beks plaatste Egmond ergens tussen Jan Schoonhoven en Peter Struycken. De voorkeur voor monochromie en seriële structuren heeft hij gemeen met Schoonhoven, de neiging om zijn esthetische beslissingen afhankelijk te stellen van onpersoonlijke wiskundige wetmatigheden tendeert naar het werk van Peter Struycken.
Geraadpleegde bronnen:
Website www.jaapegmond.nl
Website www.metzemaekers.com