Christiaan Paul Damsté (1944)
‘No. 7’ – 1985
gesigneerd, getiteld en gedateerd verso
hout reliëf
27 x 35,5 cm
Herkomst:
Collectie Rijnstate, Arnhem
Indien men in Christiaan Paul Damsté’s niet aflatende werklust een rode draad zou moeten benoemen dan zou dat de term assembleren kunnen zijn. Of het nu stenen, vormen, kleuren, gebruiksvoorwerpen of resthout is, Damsté schaaft, schuift, en stapelt net zo lang tot de compositie klopt. In dit werk zien we een assemblage van kopshout in een strak kader gevat. Een Hollandse ordening in een rauw jasje.
Vanaf midden jaren zestig, toen hij aansluiting vond bij het gedachtengoed van Zero, wordt Damsté’s artistieke scheppen bepaald door de begrippen ordening, structuur, organisatie en reorganisatie. De uitingsvormen en materialen die hij gebruikt zijn zeer uiteenlopend, wat een rijk geschakeerd oeuvre oplevert.
Frits Bless, kenner van het werk van Damsté, refereert hieraan in een artikel uit 1985. Ook Bless ziet ordening als het leidende principe: ‘Het oeuvre van Chr. Paul Damsté uit de laatste 20-25 jaar wekt, op het eerste gezicht, mogelijk de indruk van een bont en weinig samenhangend geheel: strenge ordeningen worden afgewisseld met min of meer chaotische vormen. Ook de materiële benadering en uitwerking worden gekenmerkt door grote heterogeniteit: naast strak bewerkte materialen van uiteenlopende aard zijn er de al of niet bewerkte ‘objets trouvés’. Toch wordt dit heterogene totaalbeeld bepaald door één thema, zij het dat dit thema bij Paul Damsté vele verschijningsvormen kent. Het thema: ordening. De verschijningsvorm: structuur, combinatie, associatie, samenhang, enz.’
Damsté werkt bij voorkeur in reeksen waarin hij varieert op een bepaald thema. Het hier gepresenteerde werk komt uit een reeks waarin de kunstenaar eindstukken van balken, met hun verscheidenheid aan kleur, structuur en aangebrachte merktekens, componeert tot een reliëf gevat in smalle, door de kunstenaar zelf vervaardigde omlijstingen.
In zijn boek Chr. Paul Damsté – Dimensie kleur 1964-1994 gaat Bernd Ernsting nadere in op de groep ‘materiaalcollages’ uit de late jaren 70 en vroege jaren 80:
‘De in deze tijd ontstane, vaak grote en monumentale reliëfs uit gespleten en tot structuren geordende houten latten brachten hem op de opslagplaatsen van houthandelaars. Hier stuitte hij op de afgezaagde uiteinden van de tevoren met verf gemarkeerde en van letters en cijfercodes voorziene boomstammen of zware planken. De dienden hem, nadat ze op hun beeldende inzetbaarheid waren onderzocht en uitgekozen, tot materiaal voor geometrisch georganiseerde, uiteindelijk op de fundamentele ideeën van de Stijl baserende composities. Deze uitgangspunten echter, die eerder tot de materiaalcollages van Kurt Schwitters te herleiden zijn dan dat ze met soortgelijk werk van Karel Appel vergeleken zouden kunnen worden, ondergaan in de houtreliëfs een gecompliceerde gedaanteverwisseling, die veel verder gaat dan het traditionele schema van aan een voorbeeld gebonden variaties. Enerzijds zijn zij reliëf, zowel door het poreuze karakter van elk stuk hout afzonderlijk als ook door hun samenvoeging in verschillende hoogte, die doet denken aan een fijn gedifferentieerd reliëf van in zichzelf stereometrisch helder begrensde voorwerpen. Anderzijds wordt door de reeds aanwezige beschildering de indruk van een vrije en spontane kleurgeving gewekt. Voor de concentratie op zichzelf was bij de dichtheid en geslotenheid en ook het optische gewicht van deze tableaus de sterke, lichtgekleurde houten lijst die de kunstenaar eraan toevoegde, een directe vereiste’.
Geraadpleegde bronnen:
– Bernd Ernsting, Chr. Paul Damsté – Dimensie kleur/Dimension Farbe 1964-1994, Keulen 1994, pp. 12-13
– Frits Bless, ‘Ordening en samenhang. Over thema en werkwijze van Chr. Paul Damsté’, catalogus Christiaan Paul Damsté. Werken 1976-1985, Van Reekum Museum, Apeldoorn/Museum Katharinenhof, Kranenburg, 1985-1986, zonder paginering
– Website Rijnstate kunstcollectie