Ali Goubitz (1904-1975)
Gezicht op de Buissche Heide (nabij Zundert) – 1966
gesigneerd en gedateerd ‘Ali 66’ rechtsonder; gesigneerd verso
olieverf op board
50 x 70 cm
Herkomst:
Collectie Nijkerk, rechtstreeks verworven van Ali Goubitz
Particuliere collectie
Ali Goubitz was de protegé van Richard Roland Holst (1868-1938), beeldend kunstenaar en hoogleraar aan de Rijksacademie. Sedert 1929 hadden ze regelmatig contact en onderhielden een intensieve briefwisseling. Ook ondersteunde Roland Holst haar financieel. Hij stak de loftrompet over Ali’s eigenzinnige realisme. ‘Het is in dezen tijd een verademing naar werk te zien dat zóó zuiver is van bedoeling’, schreef hij in 1932. Hij drukte haar op het hart om zich niet teveel te laten meevoeren door de verbeelding, maar inspiratie te blijven putten uit de natuur. Dit bleef de leidende gedachte in haar werk.
In de kunstwereld werd het talent van Ali snel onderkend. Ze exposeerde vanaf de jaren 30 bij gerenommeerde kunsthandels als Carel van Lier (Amsterdam), d’Audretsch (Den Haag), Huinck & Scherjon (Amsterdam) en Martinus Liernur (Den Haag). In 1950 verwierf A.M. Hammacher een schilderij voor de collectie van Museum Kröller-Müller. Hammacher bewonderde haar werk omwille van de – zoals hij dat noemde – ‘volmaaktheid van het allerkleinste’.
Door toedoen van Henriëtte Roland Holst kon Ali gedurende de oorlogsjaren verblijven op de Buissche Heide (nabij Zundert). Eerder zat ze met twee joodse kinderen ondergedoken op een piepkleine zolder in Alkmaar. Henriëtte bood haar zonder nadenken direct een plek aan op het landgoed, waar ze gebruik kon maken van het vroegere atelier van haar mentor Richard Roland Holst. In de oorlogsjaren heeft Charley Toorop hier ook gelogeerd, met wie Ali bevriend was. Ze hadden elkaar enkele jaren eerder leren kennen in Bergen, waar Ali na haar scheiding was neergestreken. Na de oorlog vestigde Ali zich in Amsterdam en werkte ze enige tijd in het buitenland, in Menton, Corsica en de Verenigde Staten.
In de jaren 60 en 70 wisselden abstractie en figuratie elkaar moeiteloos af in Ali’s werk. In dit schilderij uit 1966 grijpt ze terug op de kenmerkende, realistische stijl die ze had ontwikkeld in de jaren 30-40. Het is een herinnering aan de tijd ze had doorgebracht op de Buissche Heide.
In 2002-2003 werd Ali Goubitz geëerd met een overzichtsexpositie in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem. Bij die gelegenheid verscheen een monografie over haar, van de hand van Marijke de Groot.
Geraadpleegde bronnen:
M. de Groot, Ali Goubitz 1904-1975. De volmaaktheid van het allerkleinste, Arnhem 2002
E. Etty, C. Hereijgers, L. Voermans, L. Tibbe, A. Rens, Henriëtte & Richard Roland Holst. Het boek van de Buissche Heide, Schiedam 2012