Koster, Antonie Lodewijk

Antonie Lodewijk Koster (1859-1937)

Antonie Lodewijk Koster-Bloembollen in een lentetuin
Antonie Lodewijk Koster – Bloembollen in een lentetuin

Bloembollen in een lentetuin

gesigneerd rechtsonder
pastel
45 x 60 cm

Met etiket verso: A.L. Koster, Koediefslaan 64 Heemstede en de titel ‘De tulpenbedden van den arbeider’

Herkomst:

Vereeniging tot Bevordering van Beeldende Kunsten, Arti et Amicitiae, Amsterdam
Particuliere collectie

Koster werd in 1859 in Terneuzen geboren en verhuisde later naar Heemstede. Hij kende de bollenstreek op zijn duimpje en reisde er rond – aanvankelijk per fiets, later per auto – om studies te maken van het landschap. Hij had een voorkeur voor niet al te uitgestrekte en in kleur sterk variërende tulpenvelden, liefst in de directe omgeving van woningen of de uitlopers van een dorpskom. Koster, die was gevormd door H.W. Mesdag en Philip Zilcken, is één van de weinige specialisten in het schilderen van bollenvelden. Hij zei ooit tegen een collega: ‘Ik ben gaan begrijpen waarom er onder collega’s zo weinig animo is om de bollenvelden te schilderen. Vooral als het half bewolkt is en nu en dan de zon doorbreekt, verandert de sfeer aan de lopende band. Dat maakt het schilderen van tulpenvelden ontzettend moeilijk maar is het tegelijkertijd ook een enorme uitdaging’.

Zijn werk was geliefd, niet alleen onder verzamelaars, maar ook onder collega-schilders. Zo kocht G.H. Breitner ooit voor het niet onaanzienlijke bedrag van 300 gulden een tulpenveld van Koster. Bollenkwekers kochten de werken van Koster als relatiegeschenk voor hun klanten, waardoor de schilderijen en pastels verspreid raakten over de gehele wereld, van Rusland tot de Verenigde Staten. De populariteit van zijn bollenvelden zit ‘m vooral in de hoge kwaliteit en het levensechte karakter. Bij Koster kloppen de kleuren van de afgebeelde soorten, het type gewas en de landschappelijke omgeving altijd.

A.L. Koster is zich vanaf 1885 – hij was toen 25 jaar – gaan specialiseren in het schilderen van bollenvelden. Om die reden werd hij door collega’s vaak gekscherend ‘Anton Tulp’ genoemd.