Hatterman, Nola (1899-1984) – Zelfportret met Maurits de Vries – ca. 1930

Hatterman, Nola (1899-1984)
Zelfportret met Maurits de Vries – ca. 1930
gesigneerd rechtsonder
zwart en gekleurd krijt op karton
39 x 53 cm
Herkomst:
Particuliere collectie
Literatuur:
Ellen de Vries, Nola Hatterman. Portret van een eigenzinnig kunstenares, Amersfoort 2009, p. VIII, afgebeeld in kleur
Ellen de Vries (samenstelling), Nola Hatterman. Geen kunst zonder kunnen, Zwolle 2021, afgebeeld in kleur op p. 165
Nola Hatterman groeide op in Amsterdam en stelde zich reeds op jonge leeftijd teweer tegen ongelijkheid en discriminatie. Ze wilde acteur worden, volgde de toneelschool en studeerde in 1918 af. Ze speelde in een vijftal films en kreeg in 1920 een rol in De Jantjes. Hier kreeg ze een relatie met de regisseur van het stuk, Maurits (Maup) de Vries (1885-1946), met wie ze in 1923 ging samenwonen in de Vechtstraat in Amsterdam en in 1931 in het huwelijk trad. Dit hield echter niet lang stand. Vanaf 1936 leefden de twee gescheiden en in de eerste oorlogsmaanden van 1940 werd de scheiding officieel. Nola kreeg een nieuwe relatie met de beeldend kunstenaar, communist en verzetsman Arie Jansma. Via hem kwam ze in contact met de anti-fascistische Surinaamse arbeidersbeweging en Surinaamse communisten als Anton de Kom. Maup de Vries zat in de oorlogsjaren vanwege zijn joodse afkomst ondergedoken in Loenersloot, geholpen door onder meer zijn vriend Cas Oorthuys.
In 1919 exposeerde Hatterman haar eerste tekening bij de Amsterdamse kunstenaarsvereniging De Onafhankelijk. In 1925 stopte ze met acteren om zich geheel te wijden aan haar tweede grote passie, het schilderen. Zoals Ellen de Vries schrijft in haar biografie van Hatterman, was ze geboren in een verkeerd lichaam en voelde ze zich als blanke vrouw – in haar eigen woorden – ‘van binnen een neger’. In haar kunst richtte ze zich dan ook op Surinaamse schildersmodellen, met wie ze een nauwe band voelde. Ze was in die tijd niet de enige kunstenaar die donkere modellen liet poseren, iemand als Jan Sluijters is een ander voorbeeld. Nola’s betrokkenheid bij de Surinaamse zaak deed haar in 1953 besluiten Nederland te verlaten en zich in Suriname te vestigen, waar ze directrice werd van de School voor Beeldende Kunst in Paramaribo. Haar relatie met Arie Jansma was toen al op de klippen gelopen, wat zeker een rol zal hebben gespeeld bij haar vertrek uit Nederland. Hatterman zei daar zelf ooit over: ‘Arie was blank, en omdat ik van binnen steeds meer een neger werd, was het op een gegeven moment een gemengde relatie geworden, met alle problemen van dien.’ In de latere jaren verhuisde Hatterman naar de binnenlanden van Suriname (Brokopondo), waar ze werkte aan een historisch vierluik over de slavernij en het verzet daartegen. In 1984 kwam ze door een noodlottig auto ongeluk in Paramaribo om het leven. Ze werd, naar eigen wens, op traditionele wijze in Suriname begraven.
In Suriname wordt Hatterman beschouwd als een puur Surinaamse kunstenaar die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de Surinaamse cultuur. De kunstacademie in Paramaribo draagt daarom nog altijd haar naam.
In de expositie ‘Surinaamse School’ die het Stedelijk Museum Amsterdam in 2021 organiseerde, nam het werk van Nola Hatterman een centrale plaats in. Sedertdien staat haar werk sterk in de belangstelling.
Geraadpleegde bronnen:
Ellen de Vries, Nola Hatterman. Portret van een eigenzinnig kunstenares, Amersfoort 2009
Ellen de Vries (samenstelling), Nola Hatterman. Geen kunst zonder kunnen, Zwolle 2021
Stephan Sanders, ‘Ik ben misschien blank, maar een blanke?’, De Groene Amsterdammer, 10 februari 2021
www.nolahatterman.com